simon van til
Simon van Til (Doesburg, 1985) analyses the properties of the camera and utilises their individual qualities. His methodical work is about representation, and about the way in which photography and reality intertwine. He portrays the manner in which the world mirrors itself by means of the camera. Through his work, photography discovers more possibilities than it was ever invented for. He lengthens, for instance, the exposure time, in order to record the distance light travels between the sun and the earth, or he captures the light between sunrise and sunset.
Simon van Til studied at ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Arnhem and De Ateliers, Amsterdam. Previous exhibitions took place at, among other places, the Huis Marseille Museum for Photography, the Tartu Art Museum (Estonia) and the Museum for Modern Art Arnhem.
Uit de Wandelgids:
Denkend kijken
De jonge kunstenaar Simon van Til (1985) kijkt naar speren. Hij kijkt niet naar het bloed, niet naar de vechtende soldaten, naar de afgerukte helmen of de op het slagveld stervende paarden. Het drama op het drieluik dat de Florentijnse schilder Paolo Uccello tussen 1435 en 1455 schilderde van de acht uur durende Slag bij Romano, gaat aan Van Til voorbij. Hij kijkt naar de speren, hoe ze rechtop in de hand staand, liggend, schuin, op de voor en achtergrond diepte aan de afgebeelde veldslag geven. En ook kijkt hij naar het perspectief dat Uccello zich eigen maakt in de loop van de twintig jaar dat hij aan De Slag bij Romano werkt: van onbeholpen en rommelig ontwikkelt dat perspectief zich naar sterk lineair, met een verdwijnpunt in het midden van het beeld.
Simon van Til is geen schilder maar een fotograaf, en hij doet, zoals hij dat noemt, in toenemende mate ‘iets met objecten’. Zijn foto’s gaan niet over het verhaal van de wereld. De objecten die hij kiest voor zijn installaties, doen dat evenmin. Ze vertellen niets behalve dat ze object zijn, of beter: een representatie van een object. Van Tils werk verhaalt van drie noties: die van het perspectief, dat bestaat bij de gratie van het kijken; de plaats van het werk in een ruimte, en afstand. Elk gekozen object – of het nu een foto in een lijst, een object in de foto of twee daadwerkelijke objecten in de ruimte zijn – staat in een beredeneerde relatie tot de ander.
Dat leidt ertoe dat de presentaties van Van Til, ondanks zijn jonge carrière, van verre herkenbaar zijn. Ook zijn tentoonstelling op De Ateliers – het topinstituut voor beeldend kunstenaars in Amsterdam waar hij in 2015 van af kwam – straalde dezelfde balans uit tussen esthetiek en datgene wat je het beste kunt omschrijven als ‘denkend kijken’. Van Til verleidt de kijker niet met pathos. Hij verleidt je om dichterbij te komen, afstand te nemen, na te denken over wat je ziet.
In de Noletloodsen toont Van Til twee werken met opnieuw een sterke conceptuele inslag. Voor het eerste werk, Frame and Vessel, is een loodgrijs geschilderde vrijstaande wand gebouwd. Het is een gigantische muur aan de voorkant waarvan een piepkleine contactprint hangt van 10 bij 12,5 centimeter. De afbeelding ‘zwemt’ in een verrassend grote, witte passe-partout. De contactprint is precies even groot als het oorspronkelijke negatief en heeft net als een negatief zwarte randen om de beeltenis.
Het beeld op de print toont een rituele Chimú-kruik uit Peru. Het kruikje diende in de precolumbiaanse Chimú-cultuur als grafgift, bedoeld om in het hiernamaals te gebruiken. Het is een sierlijk kruikje in grijs. Van Til fotografeerde het in 2015 een aantal keren. ‘Het kruikje werd een motief,’ zegt hij, ‘meer dan een onderwerp.’ Het kruikje behoorde tot een groep van zes verwante objecten die de basis vormden van zijn werk bij De Ateliers. Al deze objecten concentreerden zich rond de vraag wat de verhouding is tussen verschijningsvorm en de fotografische realiteit van representatie. Vandaar ook de titel Frame and Vessel.
Sta je voor Frame and Vessel, dan zie je alleen deze foto. Heel anders is het tweede werk van Van Til, dat daadwerkelijk grondoppervlakte in beslag neemt. A Form in the Shape of a Thing omvat twee gereproduceerde Zigzagstoelen van kersenhout die Gerrit Rietveld in 1932 ontwierp, en een zilvergelatine print van een driehoekige wigvorm die op ware grootte is gefotografeerd. De wigvorm – fijn detail – is een onderdeel van de Zigzagstoel, die op de ‘buigmomenten’ de stoel verstevigt en bij elkaar houdt. De wig is überhaupt een vorm die vaker terugkomt in Van Tils werk. Het ‘tussending’ dat iets anders mogelijk maakt, krijgt bij Van Til een bijzondere zelfstandigheid.
A Form in the Shape of a Thing – de titel waarschuwt je al – is dus letterlijk niets meer dan drie vormen bij elkaar die de gedaante van een object aannemen. Wat zegt dat over het object? Over de afbeelding en over de waarde daarvan? En waar – ten slotte – doen deze vragen aan denken? Juist ja: aan Plato’s metafoor van de grot, waar de schaduwen op de muur de mensen in de grot in de waan lieten verkeren dat wat zij zagen werkelijk was. Terwijl alles feitelijk niets anders was dan een puur platte projectie.