ewoud van rijn
In zijn monumentale tekeningen verwerkte Ewoud van Rijn (Den Haag, 1967) de steeds terugkerende discussie over het einde van de kunst en de dood van de schilderkunst tot een metafoor over de eeuwige kringloop van dood en herrijzenis. Deze visie kreeg een vervolg in zijn transformaties van tentoonstellingsruimten tot plaatsen voor rituelen en ontmoetingen. In een mix van teksten, tekeningen, sculptuur en performances zoekt Van Rijn in het gebied waar beeldende kunst en esoterisch gedachtegoed elkaar overlappen, naar een nieuwe, betekenisvolle positionering van de kunstenaar.
Ewoud van Rijn woont en werkt in Rotterdam. Zijn werk was eerder te zien in onder andere Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Tokio en Los Angeles.
Uit de Wandelgids:
Mentaal op reis
Verwacht geen ‘af ’ kunstwerk, geen schilderij, video-installatie of uit hout gehakt beeld. Het werk van Ewoud van Rijn is voortdurend in transitie – er is geen ‘af’ geheel, geen einddoel, alles kan steeds weer een andere vorm aannemen onderweg. En dat ‘onderweg’ – de reis, zoals boeddhisten zeggen – is belangrijker dan de aankomst.
Daarom moet de presentatie- en werkruimte die Van Rijn (1967) onder de titel The White Dress in de Noletloodsen heeft gebouwd, begrepen worden als het resultaat van een zoektocht naar een nieuwe vorm van kunstpraktijk. Aan de basis ligt een inmiddels vergevorderd onderzoek dat Van Rijn sinds drie jaar doet naar de relatie tussen hedendaagse kunstpraktijken en spirituele praktijken. Dat onderzoek verloopt proefondervindelijk. Het betekent dat de van huis uit katholiek opgevoede Van Rijn onder meer een half jaar meedeed aan de rituelen van een Amsterdamse afdeling van Wicca – een van de grootste neo-paganistische religies die veel aanhang geniet onder heksen in Denemarken, IJsland, Australië en Groot-Brittannië. Deze en andere hedendaagse rituele praktijken zijn door Van Rijn samengebracht en omgevormd tot een ritueel spel waaraan het publiek mag deelnemen.
Tijdens de ‘sjamanistische reizen’ die Van Rijn in de Noletloodsen in het openbaar organiseert, nemen deelnemers via yoga-oefeningen en een op het Tarotspel gebaseerd kaartspel andere identiteiten aan. Is de transformatie naar die andere persoon of wezenseenheid eenmaal gerealiseerd, dan ga je als deelnemer op de grond liggen met een koptelefoon op. Ritmische drums voeren je weg van de Noletloodsen, het industrieterrein over, boven Schiedam uit. Je hersengolven verkeren nu in een droomstaat. In de droom ontstaat een verhaal. Op speciale ‘reportage-kaarten’, die Van Rijn uitdeelt, wordt dat verhaal getekend. Wat heb je gezien, gehoord, geroken, gevoeld? Die kaarten worden in de presentatie opgehangen en gaan onderdeel uitmaken van The White Dress.
Ondertussen zal Van Rijn voor zichzelf tijdens Snapshot een individueel traject uitstippelen, waarbij hij via de leerstellingen van de Zwitserse psychoanalyticus Gustav Jung en sjamaanse reizen komt tot eigen ‘sessiekaarten’. Deze kaarten zijn gebaseerd op de primaire kleuren die Mondriaan in De Stijl toepaste. De kleuren vind je, aldus Van Rijn, ook terug in de Tarot. Ze zijn voor hem het begin en het einde. Ze symboliseren leven en dood en de eeuwige cyclus tussen die twee.