robert zandvliet

Robert Zandvliet (Terband, 1970) first established his reputation with large paintings, using genres such as the still life and the landscape as a basis. These images were painted in broad brush strokes, balancing the line between figuration and abstraction.  In his recent paintings, Zandvliet takes a new step in exploration of painting. Concrete works of art by the likes of Rembrandt, Hokusai, Pollock and Van Gogh now serve as points of departure for his investigation. As his previous works, these paintings viscerates the line between figuration and abstraction

Robert Zandvliet studied at the Academy for Visual Arts in Kampen and De Ateliers in Amsterdam. In 1994, he won the Prix de Rome. His work is part of many international collections.

 

Uit de Wandelgids:

Allergisch voor verhalen

Grot, oog, vuur, achteruitkijkspiegel.

Zeg de woorden drie keer achter elkaar en er ontstaat een verband, een ritme, een verhaal, een liedje. Zo zit de menselijke geest in elkaar: uit losse flarden, woorden, beelden destilleren we een narratief, een drama met kop en staart, een gedicht, een aftelrijm. Grot, oog, vuur / achteruitkijkspiegel. Bijna drie meter hoog en vierenhalve meter lang zijn de vier schilderijen die Robert Zandvliet (1970) in de Noletloodsen toont. Samen vormen ze Frame (2015), een raamwerk van bijna vijftig vierkante meter schilderslinnen dat, zoals de titel zegt, een uitsnede is, een blik op de wereld om ons heen. Maar een uitsnede waarvan, een blik waarop? Welk verhaal wordt hier verbeeld? Grot, oog, vuur / achteruitkijkspiegel.

Lang, heel lang is Robert Zandvliet allergisch voor verhalen geweest – althans wat zijn schilderkunst betreft. In de jaren negentig van de vorige eeuw, een tijd waarin neo-conceptuele kunst, video en fotografie aan een opmars begint en Documenta-leidster Cathérine David de schilderkunst bijzet als een relict uit de prehistorie, ongeschikt om de dynamiek van de late twintigste eeuw te verbeelden, is daar plotseling de nog piepjonge twintiger Zandvliet. Na een werkverblijf aan de dan roemruchte Ateliers trekt Zandvliet nationaal (oud-directeur van het Stedelijk Museum Rudi Fuchs is een bekend liefhebber) en internationaal de aandacht met strak en tegelijkertijd uitbundig geschilderde doeken. Steeds weer keren dezelfde motieven terug: achteruitkijkspiegels, haarspelden, bioscoopschermen, ramen, later ook abstracte landschappen. Die alledaagse voorstellingen worden Zandvliets handelsmerk. Ze zijn bovendien tot zulke enorme proporties opgeblazen dat je meteen weet: hier is iets aan de hand. Wil de schilder zijn motieven upgraden? Hen de monumentale betekenis geven die ze in het gewone leven niet hebben? Of is hier iets heel anders aan de hand?

Bij Zandvliet is elk schilderij een vertoog over de macht van de schilderkunst. Een probeersel in de beste zin van het woord – te lezen van links naar rechts, van onder naar boven en omgekeerd. Hoe zet de kunstenaar zijn kwast neer? Hoe de roller? Hoeveel verf gebruikt hij en welk effect sorteert hij daarmee op het linnen? Hoe bouwt hij zijn beeld op? Hoe ontstaan diepte, ruimte en drama op dat hele dunne stuk doek?

Niet per se door verhalen te vertellen of figuratief te werken. Daar is het Zandvliet niet om te doen. Maar de kunstenaar ontwikkelt zich en na een schilderkunstig onderzoek naar stenen en rotsen (twee jaar geleden in De Pont in Tilburg tentoongesteld) is nu toch een soort verhaal in zijn werk geslopen. Dat is een breuk, erkent hij zelf. ‘Ik ben op zoek naar de grenzen

van het verhalende.’

In Frame is de vertelling per beeld uiteraard aanwezig. Een grot, een beladen symbool in de schilderkunst vanwege de verwijzingen naar Plato’s allegorie van de grot (en de waarde van representatie). Een oog, niet alziend maar gesloten en starend naar zichzelf. Een houtvuur, waarmee de primitieve mens zichzelf onderscheidt van de dieren. Een achteruitkijkspiegel, waarmee we als een tovenaar tegelijkertijd voor- en achteruit kunnen kijken: zowel onze toekomst als ons verleden strekt zich zo voor ons uit.

Deze beelden staan op zichzelf, ze vormen geen keten van betekenissen, ze vormen eerder een ritme in kleur – paars, oranje, lila, wit, roze, rood, oranje, lila en zo verder. Elk doek heeft een ander handschrift, hier is heel karig geschilderd en is de ondergrond door de voorstelling heen zichtbaar; daar is het voluptueus en spetterend. En het blijft balanceren, want voor Zandvliet ‘is het maar zelden goed’. Het doel blijft altijd daar in de verte schitteren: dat ene beeld te vinden dat alles in zich verenigt – zowel de illusie van de werkelijkheid als ook de abstrahering daarvan.

 

Schiedam Snapshot of a larger order robert zandvliet